Alle insecten, ook de honingbij, doorlopen vier levensstadia: eitje, larve, pop, volwassen honingbij.
Werksters
In een schoon gepoetste cel legt de koningin op de cel bodem een bevrucht eitje van ongeveer 1,5mm groot. De eerste dag staat het eitje recht, de tweede dag staat het eitje schuin en de derde dag ligt het eitje op een zijkant. Op de vierde dag komt er uit het eitje een larfje. Voedsterbijen voederen de eerste drie dagen het larfje met koninginnebrij/koninginnengelei wat een enorme groei en gewichtstoename tot gevolg heeft. Daarna krijgt het larfje bijenbrood als voedsel : een mengeling van stuifmeel, honing en water. Tijdens het groeien vervelt het larfje vier keer. De negende dag is de larve volwassen en richt ze zich op met de kop naar buiten en het achterlijf tegen de cel bodem. . In dit stadium wordt de cel met oude was verzegeld. De tiende dag spint de larve zich in een cocon en ontstaat de pop. Ook de pop vervelt nog twee keer.
Na twaalf dagen popstadium knaagt de jonge bij met haar voorkaken het midden van het wasdekseltje stuk en als de opening groot genoeg is, komt de jonge bij, te voorschijn en loopt over de raten heen. Het hele proces van ei tot bij heeft 21 dagen geduurd.
Darren
De mannetjes bijen (darren) ontstaan uit onbevruchte eitjes, gelegd door de koningin, maar in cellen die iets groter zijn dan werkster cellen. De vierde dag komt uit dit eitje eveneens een larve en alles verloopt verder als bij de ontwikkeling van een werkster. De tiende dag begint het popstadium. Maar er is een duidelijk verschil tussen darrenbroed en werksterbroed. Verzegeld werksterbroed heeft een plat dekseltje en darrenbroed heeft een hoog bol dekseltje. Na 15 dagen pop wordt de dar geboren. Hij knaagt het deksel rondom de celwanden open en verlaat als volwassen dar zijn cel. Na ongeveer tien dagen is hij vruchtbaar.
Koningin
Net zoals de werksters ontstaat de koningin uit een bevrucht eitje. Maar het eitje wordt nu in een andere cel gelegd, een koninginnedop of moerdop, speciaal gebouwd door de bijen om er een nieuwe koningin in te kweken. Koninginnencellen bevinden zich onderaan het raam of aan de zijkanten. Bij het plots verdwijnen van de koningin bijvoorbeeld door het zwermen, kweken de bijen een nieuwe koningin uit een werkster cel die ze ombouwen tot een koninginnedop/moerdop. Dergelijke redcellen bevinden zich meestal in het midden van een raam.
Na drie dagen komt er uit het eitje een larve, maar deze zal voortdurend gevoed worden met koninginnengelei/koninginnenbrij.
De koninginnendop/moerdop wordt verder uitgebouwd tot een lang pijpje, zoals op het voorbeeld te zien is. Net zoals bij de werksters begint het popstadium op de tiende dag en wordt de koninginnencel verzegeld. Al na zes dagen is de koningin volwassen en knaagt zij het dekseltje van haar cel rondom open, op een klein stukje na, dit valt open als een klep. Haastig verlaat de koningin haar cel en loopt over de raten heen en weer.